Nee, ik ben nog niet geweest. Vrijdag vertrekken we, maar waarheen zeg ik niet. Nederlanders houden namelijk niet van landgenoten als ze op vakantie zijn, las ik in deze krant. Zo is het maar net. Mijn vriendin M. en ik zijn afgelopen winter een weekje wezen skiën in een klein dorp in Zwitserland: geen enkele Nederlander tegengekomen! Een paradijslijke ervaring. Ik ga nu dus ook niet vertellen welk dorp dat was, want dan trekt u daar volgend jaar ook massaal heen.
Overigens hoorden we in de sneeuw wel een keertje Nederlands spreken, maar dat bleek godzijdank afkomstig van Vlaamse wintersporters. We gaan nu weer naar de bergen. Dit keer om ze met de fiets te beklimmen in plaats van ze op skies af te dalen. Nee, inderdaad: erg avontuurlijk ingesteld zijn wij niet.
De ene dag op de racefiets cols oprijden (ik heb er eentje uitgezocht van tien kilometer tegen ruim 9 procent gemiddeld; ja, het is fijn sterven in het wiel van M.), de andere dag met een boek bij het meer uitrusten met een literfles bier bij de hand. 'De nazi en de kapper' van Edgar Hilsenrath moet dit jaar mijn zomerboek worden en Benjo Maso’s 'Wij waren allemaal goden' gaat mee om af te kicken van de Tour.
Misschien nog tegen een balletje trappen met de plaatselijke jeugd en de nabijgelegen steden B. en B. bekijken, maar daar houdt het wel mee op. We hopen opnieuw verschoond te blijven van contact met landgenoten. Tenzij u mij op die helse col wilt komen aanmoedigen of duwen natuurlijk. Afspraak 9 augustus op de flanken van de Große Scheidegg. Maar geen oranje flauwekul graag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten