29 november 2009

Over misbruik gesproken

Ik fietste vanmiddag door het Rechterense veld, bij Dalfsen, toen ik even stopte om te pissen. Ik zette mijn fiets tegen een bankje en liep een klein stukje het bos in. Na gedane zaken liep ik terug naar mijn fiets en net op dat moment kwam er een auto voorbij. Ik dacht bij mezelf: stel nu dat er vanmiddag in de bossen bij Hattem, een kilometer of dertig verderop, aan de andere kant van de IJssel, een meisje is verkracht door een racefietser die net als ik een rode jas droeg en een lange zwarte broek aan had, dan is het niet uit te sluiten dat ik binnenkort verdachte ben in een rechtszaak waarin ik beschuldigd word van kindermisbruik, gepleegd op een plek waar ik aantoonbaar niet geweest ben. Want zo werkt het Openbaar Ministerie in Nederland.
Onzin? Vergezocht? Lees het boek Over misbruik gesproken van mijn goede Dagblad-collega Paul Bosman en u zult de komende nachten niet zo gerust meer slapen. Als een getuige je mijlenver van de plaats van delict zogenaamd herkend heeft via een compositietekening waar je in geen eeuwen op lijkt, dan kun je bij het Nederlandse OM zomaar de lul zijn. Ik kende Pauls verhaal al grotendeels. Maar toen ik dit weekeinde het boek las dat hij schreef over het kafkaëske juridische gevecht dat zijn leven twee jaar beheerste, was ik opnieuw verbijsterd. Leugens, bedrog, gedraai, gekonkel en vooral nooit fouten toegeven, ook al is het zonneklaar dat je de ene blunder op de andere hebt gestapeld - zo werkt het Openbaar Ministerie in Groningen blijkbaar. En het OM wordt gedekt tot op het hoogste niveau (de Procureurs-Generaal) dus blijkbaar is liegen, bedriegen, draaien en konkelen normaal bij de OM's in Nederland.
Even kort het verhaal: Paul kreeg in december 2006 door het OM in Groningen het stempel 'pedo' op zijn voorhoofd gedrukt toen hij een oproep kreeg om als verdachte voor te komen in een kindermisbruik-zaak op het Duitse waddeneiland Norderney. Er was geen onderzoek gepleegd door de politie, Paul was nooit gehoord, er was geen bewijsmateriaal en er was geen gelijkenis met de compositietekening die van de dader was gemaakt. Wel waren er twee getuigen die Paul op het moment van het delict gezien en gesproken hadden, kilometers verderop bij een sportwedstrijd. Er was dus wel een perfect alibi. Later, veel later, bleek ook nog dat Paul voor de Duitse justitie nooit verdachte is geweest. Maar omdat de officier van justitie hardnekkig volhardde in een lachwekkende vertaalfout - "Meneer Bosman, ik heb het zinnetje nog eens laten vertalen en 'Er kommt als Tatverdächtiger in Betracht' betekent 'Hij is een verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan'" (blz. 111) - veranderde zijn leven, en dat van zijn gezin, twee jaar in een hel. Voortdurend liep hij op tegen de gepantserde, ontmenselijkte muren van het OM en de arrogantie van de macht.
Ik schaam me dat ik Paul in die periode niet wat vaker gevraagd heb hoe het met hem ging en hoe de zaak er voor stond. Want hoe langer zijn strijd tegen het OM duurde, hoe eenzamer hij zich voelde. Ik realiseer me na lezing van dit boek pas echt hoe razend Paul twee jaar lang is geweest, en hoe wanhopig hij zich gevoeld heeft. En hoe ongelofelijk smerig en schandalig het OM heeft gehandeld door hem zonder enige concrete aanleiding (en dat geeft het OM ook nog gewoon toe!) het stempel 'pedo' op te drukken, middels een onwettige, maar blijkbaar vaker toegepaste, juridische constructie.
Over misbruik gesproken: lees dat boek (het is een klassieke pageturner), huiver en word vooral heel boos. Want morgen kunnen u of ik aan de beurt zijn.

(P.S. Bijgaande foto heb ik met de zelfontspanner gemaakt in het bos waar ik stond te pissen. Als er ergens in Nederland gisteren een meisje is verkracht door een fietsende klootzak met zulke kleding aan, dan vertoon ik dus gelijkenis met de dader. Net zoals Paul, omdat hij Duits met een Nederlands accent sprak, gelijkenis vertoonde met die smeerlap op Norderney. Want dat was de reden waarom de Duitse justitie hem heel even als 'mogelijke verdachte' aanmerkte. 'Er kommt als Tatverdächtiger in Betracht' betekent namelijk niks anders dan dat.)

24 november 2009

Bladblazers

Wie in een tuinrijke omgeving woont, heeft het natuurlijk allang gemerkt: 2009 is het jaar van de Grote Doorbraak van de bladblazer. Voorheen zag je vooral gemeenteambtenaren met deze apparaten in de weer en bleef de ellende beperkt tot parken, plantsoenen en een enkele particuliere tuin. Maar deze herfst zie je ze overal. En je hoort ze. Allemachtig, wat hoor je die krengen! Zaterdag fietste ik in een landelijke omgeving langs een mevrouw die in haar zeer riante tuin oorverdovend aan het blazen, zuigen dan wel hakselen was (ja, die dingen kunnen helaas alles). Onbewust wijk je voor die orkaan van takkeherrie toch wat uit naar links (komt ook door de te ver weggeblazen bladeren die de weg spekglad maken) en het scheelde niet veel of ik werd geschept door een auto die me net op dat moment passeerde. Die had ik dus niet gehoord. Een eerste reden om die apparaten te verbieden: levensgevaarlijk!
Een tweede reden is de verstorende werking van de bladblazer op de natuur. Niet alleen wordt de isolerende en grondvoedende werking van een mooi bladerdek verpest (blad beschermt uw kwetsbare plantjes heel goed tegen de vorst, bladblazende tuinbezitters, en rottend blad verhoogt de grondkwaliteit), maar denk ook eens aan al die vogels, egeltjes en veldmuizen die met een gehoorbeschadiging uw tuin ontvluchten. Of die arme mollen! Niet alleen blind, maar dankzij uw blowjob nu ook nog stokdoof. Maar de belangrijkste reden voor een onmiddellijk verbod is natuurlijk dat die bladblazers milieuvervuilend zijn: ze stinken (de benzinevarianten dan) en verbruiken heel wat meer energie dan de gemiddelde gloeilamp.
En dan nog even dit: wat is er mis met een hark?

(Deze post stond vandaag als column in Dagblad van het Noorden. Met dank aan het eerder postje van mijn vriendin M. De foto is vlakbij de tuin genomen met de bladblazende mevrouw, bij een van die prachtige Saksische boerderijen in de buurt van Hoonhorst.)

22 november 2009

Synchronie

Gisteren had ik het weer eens, op het fietspad langs de Lemelerveldseweg, vlak voor Heino. Ik heb het altijd als ik daar fiets op het stuk weg na de flauwe bocht naar rechts: opeens komen heel sterke herinneringen op aan een fietspad bij het dorp Een in Drenthe. Daar kwam ik vijftien jaar geleden regelmatig, tijdens mijn eerste racefietsperiode, toen ik nog in Groningen woonde en op een Peugeot Champagne Noord-Groningen en Drenthe befietste. Vrijdag had ik het trouwens ook op de Veluwe, bij de rotonde bij landgoed Tongeren. Altijd als ik daar de afslag neem naar Tongeren, komen beelden in me op van een fietstochtje rond het Lago d'Orta, waar vriendin M. en ik vierenhalf jaar geleden op vakantie waren. Het gaat om een bocht van hooguit twintig meter, meer is het niet: maar als ik die bocht langs de bosrand neem, verschijnt steevast een soortgelijke bocht uit Italië voor mijn geestesoog.
Het is een wonderlijk soort synchronie, dat automatisch in je hoofd wordt opgeroepen. Ik ben er nog niet achter waar het door komt. Het is niet alleen het landschap, want bochten langs bosranden heb je overal en betonfietspaden zoals die langs de Lemelerveldseweg ook. Maar de omgeving speelt wel een rol. Ook bij Een fiets je langs een bos in de verte en heb je een bomenrij rechts van de weg en lichte glooiingen in het land. Maar misschien is het ook wel de geur of de stand van de zon (ik heb die synchronie-gevoelens vooral bij zonnig weer). Lopen die wegen bij Een en het Lago d'Orta soms precies parallel, nadat je een correctie hebt toegepast voor de andere ligging ten opzichte van de stand van de zon? Wie het weet, mag het zeggen.

20 november 2009

De Dellen, een hand en een oude vriend

Je fietst het bos uit en voor je doemen de zachte rondingen van De Dellen op in het scherpe licht. Het rode vuur is gedoofd, de eerste storm heeft de herfstkleuren weggeblazen. Wat rest zijn zwarte, kale sprieten. In de gevelde stammen gloeit het nog fel oranje na, als een laatste kramp van hartstochtelijk leven, postuum bewijs van de sapstromen die een zomer lang voor warmte zorgden. En je streelt troostend haar gladde, vochtige huid met liefdevolle omwentelingen. 'Ga maar', zoemen de banden in hun soepele wieling, 'slaap zacht, trek de deken over je heen, eerst de bladeren, dan de regen, en dan de sneeuw'. En als je verder glijdt langs haar gewelfde rug, voel je de Knobbel opkomen in je benen. Een machtige borst, als een kroon op het hoofd van de Dellen. Maar je laat hem rechts liggen en steekt over: je moet door want een oude vriend verwacht bezoek.
Onderweg, op landgoed Tongeren, zie je een hand die grijpt naar het onvatbare. Maar in zijn machteloosheid wordt het grijpen wijzen: zie het blauw en het eerste wolkenwit dat voor de zon kruipt. En je denkt: het wit zal grijs worden en zwart, en regen valt in de duisternis op de vingers en druppelt uit haar starre greep. Zoals alles wat je wilt vastpakken je ontglipt en onherkenbaar verandert. Nee, dan heb je meer aan oude vrienden.
Je fietst een brugje over en daar ligt hij, rustig wachtend. Strak spiegelt hij als begroeting je bewegingen op het asfalt. En je denkt: lang niet gezien en verzint excuses. De wind stond niet goed, mompel je zacht tegen het water links van je. Drie zwanen zwemmen zwijgend naar de rietkraag. Pas als je omkijkt, zie je het antwoord terug in de sluierwolken die voor de zon schuiven. De Vecht trekt 's zomer nu eenmaal meer, probeer je nog. Maar uitvluchten zijn overbodig. De wind blaast je naar huis, over de rechte lijn met zachte bochten. En je denkt: eigenlijk ben ik al thuis.

17 november 2009

Eetbaar of niet?

Wie in deze tijd van het jaar nog paddestoelen in de supermarkt koopt is gek of bang. Overal schieten oesterzwammen de grond uit en eekhoorntjesbrood is beschikbaar in hoeveelheden vergeleken waarmee de wonderbaarlijke vermenigvuldigingen in het niet vallen. En dan heb je nog tal van andere al dan niet eetbare soorten. Want dat is natuurlijk het probleem: welke is eetbaar? Is het gezwel dat uit bovenstaande boom steekt geschikt voor consumptie? Zo ja, dan moet u even naar De Dellen rijden waar ik dit exemplaar vanmiddag aantrof. Er groeiden vier van deze houtige joekels aan deze ene stam, dus dat is zeker een kilo eiwitrijk voedsel als het hier een lekkere paddestoel betreft.
En die dakjes hiernaast? Delicatesse of puur vergif? Te vinden naast het fietspad tussen Epe en Heerde, een stukje bosinwaarts. Ik heb even mijn paddestoelenboekje geraadpleegd en ik vrees dat het bij de exemplaren op bijgaande foto's gaat om een tonderzwam en dennenmoorder. Bij het kopje 'eetbaarheid' staat bij beide soorten vermeld 'ongenietbaar'. Niet giftig derhalve, maar dus ook niet erg smakelijk. De tonderzwam (linksboven) werd volgens mijn gidsje vroeger wel gebruikt om vuur mee te maken, dus als u een open haard heeft dan moet u toch even op de racefiets springen: hij schijnt een 'aangename, fruitige geur' te verspreiden.
En denk nu niet dat ik na elk fietstochtje een bidon vol paddestoelen mee naar huis neem. Ik ben weliswaar niet gek maar wel bang.

15 november 2009

Nattigheid van onder

Een groot nadeel van fietsen in de herfst is de nattigheid. De nattigheid van boven is dankzij de buienradar nog tot aanvaardbare proporties terug te brengen, maar de nattigheid van onder is onontkoombaar. De wegen blijven nat, plassen gaan niet meer weg, modder spat op bij elke omwenteling. Gevolg: na elk tochtje een gore fiets en enorm smerige kleren. Vanmiddag lukte het weer om de nattigheid van boven geheel te ontlopen, maar na een klein rondje van 33 kilometer langs Herfte, Lenthe (helaas met h), Hoonhorst, Dalfsen, Emmen en Wythmen zaten ik en mijn rijwiel onder de modder. Toch maar eens spatborden aanschaffen.

11 november 2009

Georg Elser

Zaterdag stond er een verbijsterend verhaal in deze krant. Het ging over Georg Elser die in 1939, helemaal in zijn eentje, de wereldgeschiedenis bijna een totaal andere wending had gegeven. Maar de bom waarmee de Duitse timmerman Adolf Hitler had willen doden, ging acht minuten te laat af. Hitler had die avond haast en daardoor overleefde hij de aanslag. Acht minuten! Ik kende het verhaal nog niet, maar het zette je automatisch aan het denken: wat als het Elser was gelukt?
Waarschijnlijk zou Duitsland ten onder zijn gegaan aan een interne machtsstrijd en zou de Holocaust nooit hebben plaatsgevonden. De Muur zou nooit gebouwd zijn en misschien zou Stalin van de chaos gebruik hebben gemaakt om Duitsland binnen te vallen, en daarna Nederland. Ik ben benieuwd hoe de communist Albert Schwertman uit Finsterwolde (ook in de krant van zaterdag) dan had teruggekeken. Als een Held van het Nederlandse Volk? Of zou hij rücksichtlos zijn weggezuiverd?
En hoe zouden wij nu terugkijken op Georg Elser? Zouden we in de krant een bijlage hebben besteed aan De Aanslag, in plaats van aan De Muur? Waarschijnlijk niet. Ik denk dat Elser als een soort Volkert van der G. voortgeleefd zou hebben, als een eenzame gek die een omstreden politicus vermoordde. Hitler moest zijn grote gruwelwerk immers nog beginnen. Misschien dat in Israël een straat naar hem vernoemd zou zijn. Alhoewel, ook Israël zou dan waarschijnlijk nooit gesticht zijn.
Als het verhaal van Georg Elser ons iets leert dan is het wel dat het verleden net zo onvoorspelbaar is als de toekomst. We moeten het doen met het heden. Het kan geen kwaad om ons dat eens wat vaker te realiseren.

(Deze post stond gisteren als column in 'Dagblad van het Noorden'. Met fietsen heeft het niks te maken, maar dat geldt ook voor het weer van de laatste dagen.)

04 november 2009

Verslaafd

Het heeft even geduurd voor het besef doordrong, maar vandaag ontdekte ik dat het toch echt zo is: ik ben verslaafd. Ik kan niet meer zonder de racefiets. De hele dag heb ik naar buiten zitten kijken of ik al kon. Maar het regende en regende en regende. Een impulsieve aankoop van de complete, geremasterde Beatles hielp ook al niet (maar wat zijn ze mooi, die afgestofte opnames!). Het bleef knagen en ik werd steeds chagrijniger. Het verlangen naar de fiets drukte alles weg. Ik ben momenteel drie buitengewoon interessante boeken aan het lezen (Karl Barth, De brief aan de Romeinen; Augustinus, De Stad van God; Adrienne Mayor, The First Fossil Hunters), maar ook daar kon ik me niet toe zetten.
Om tien over vier zag ik en streepje blauw in de lucht en besloot ik toch maar te gaan, ook al is het tegenwoordig om vijf uur bijna donker en gaf de buienradar nog steeds overal buien aan. Eenmaal op het zadel veranderde mijn humeur op slag. Ik werd euforisch! Toen ik de Veluwe naderde jubelden hart en benen een loflied op de fiets, ook al was het 8 graden, hing rechtsboven een vervaarlijk donkere wolk en was mijn kont al zeiknat van al het water op de weg. Toen het donker werd (moeders, wees gerust: ik had lichtjes mee), steeg mijn stemming nog steeds. Geweldig, die Veluwe in de schemering! Ik ga goede lampen kopen en een klik-reflector! En zo'n fluorescerend hemd! En dan ga ik 's avonds fietsen! En ook 's nachts! Waarom heb ik dat niet eerder ontdekt, fietsen in het donker?