30 juli 2009

Waarom?


Waarom fietst een weldenkend mens de Mont Ventoux op? Die vraag stelde een documentairemaker vorige week toen wij boven aankwamen bij het weerstation. Veel antwoorden kreeg hij niet. Is het de midlifecrisis? Extreme bewijsdrang? Een reiken naar de hemel? Of zijn we gewoon allemaal gek? Volgens mijn medefietsers B. en W. is er in ieder geval niks mythisch aan. Ik denk dat ze ongelijk hebben. Tegen een berg op fietsen is volgens mij juist één van de meest zuivere vormen van het klassieke heldenverhaal in het leven van de moderne, Westerse mens. Zoals ik hier al eens eerder heb opgemerkt appelleert fietsen (net als op vakantie gaan) volgens mij aan een oerdrang die in elk mens zit en die de evolutie van onze soort tot een succesverhaal heeft gemaakt (dat we ook aan ons succes ten onder gaan is weer een ander verhaal): de drang naar nieuwe horizonten en het verleggen van grenzen. Dezelfde drang die onze voorouders tienduizenden jaren geleden Afrika deed verlaten, onze gemeenschappelijke oermythe. Die mythe gaat over het veroveren van nieuwe leefgebieden, maar ook over ontdekkingsreizen naar onze ziel. Analoog aan de held in het klassieke epos, die veranderd is als hij na zijn omzwervingen weer thuiskomt. Of, om het bijbels te formuleren: "Hij doet ons dwalen opdat wij weten wat het betekent om thuis te komen." Toegegeven, dat gefiets is een armzalig alternatief voor een echte zoektocht, maar je moet toch wat als je alles al hebt.

29 juli 2009

Tijd en ruimte in de bergen


De Mont Ventoux dus. Met mijn tijd van 1 uur 47 minuten en 45 seconden was ik mijn medefietsers/-columnisten W. en B. respectievelijk ruim 5 minuten en 1 uur en 12 minuten te snel af (W. verzwijgt op zijn site natuurlijk niet voor niets mijn tijd). Een glorieuze overwinning van Dagblad van het Noorden op NRC en de Volkskrant derhalve. Maar wat me meer verbaasde was wat zo'n berg doet met je gevoel van tijd en ruimte. Je ziet het doel van je tocht al liggen als je op de fiets stapt en dat fietst heel anders dan zo'n ritje naar Kampen. Terwijl de top heel dichtbij lijkt en je ervaring van ruimte dus sterk vernauwt, tikt de tijd op zo'n klim veel langzamer. Een tochtje van twee uur over de Veluwe ervaar je alsof het in een scheet en een zucht voorbij is. Maar die zeven kwartier omhoog duurden maar en duurden maar, terwijl de klim me toch echt enorm meeviel en het eigenlijk wel makkelijk ging.
De beklimming van de Monte Beigua in Italië, die ik twee weken geleden in 1 uur en 20 minuten opfietste, leek veel langer te duren. Daar wist ik niet waar de top lag. In de hitte ploeterde ik 14 kilometer, bocht na bocht, door een dicht bos over slechte wegen met afwisselend grind, gaten, steenslag en plakkend nieuw asfalt, met sterk wisselende stijgingspercentages (nu eens 7 procent, dan 14 en dan weer 10). Pas in de laatste kilometer zag ik de top liggen, waar je vanaf 1249 meter hoogte over de Middelandse zee uitkijkt. Als je het eindpunt niet ziet, stroomt de tijd nog stroperiger.
In de bergen klinkt de ruimte in en strekt de tijd zich uit. Raar eigenlijk.

28 juli 2009

Als de Mont Ventoux in Kampen lag


Stel dat. Dan zou de startstreep niet na een rotonde in Bedoin liggen maar op de Nieuwe Markt in Zwolle, ter hoogte van café De Hetebrij. Dan voelde je de klim echt in de benen slaan als je net de IJsseldijk was opgereden en aan de overkant het kerkje van Zalk zag naderen. Dan zou je even later bij de badende Schotse hooglanders Het Bos in rijden waar het echt steil werd en je langzaam maar zeker je ritme vond. Dan zou het oude kerkje van Wilsum Chalet Reynard zijn geweest, waar je vleugels kreeg en opeens 14, 15 km per uur op je teller had staan. Dan zou het monument voor Tom Simpson midden op de IJsselbrug hebben gestaan, daar waar nu een bankje een rustplaats biedt aan vermoeide wandelaars. Dan zou het na de brug 11 procent omhoog gaan naar het weerstation, waar je bijna vastliep in een file van auto's en trage fietsers en je noodgedwongen de laatste bocht binnendoor moest nemen. En dan zou de top van de Mont Ventoux een van de vele kerken zijn, waar je na 1 uur, 47 minuten en 45 seconden zou aankomen.
Geen slechte tijd voor een zoektocht naar God en de eeuwigheid.

04 juli 2009

Drie weken vakantie


Na een laatste, mislukte toer door het Vechtdal met zwaar zuchtende koeien, snel oprijzende maïsvelden, krijsende jonge ooievaars en een surrealistisch belicht bos vertrekken we morgen naar Neumagen. Hectoliters Riesling en biologische, Piemontse lekkernijen zullen een dreigende voorhoofdsholte-ontsteking en een vooralsnog matige conditie moeten ombuigen naar een glanzende vorm voor de beklimming van de Winderige Berg. Over ruim drie weken leest u hier en hier, deo volente, de resultaten. Auf wiedersehen! Ciao! Aju!

02 juli 2009

Hooglanders in de IJssel


De snotstromen zijn tot stilstand gekomen. Hoog tijd voor een trainingsritje om de conditie te testen, want er wachten de komende tijd de nodige klimmen. Volgende week oefenen op de Piesporter Berg, een week later iets meer uitdaging op de Monte Beigua om tot slot over drie weken de Mont Ventoux in twee uur op te kunnen fietsen.
Het prachtige rondje Zwolle-Kampen-Zwolle over de IJsseldijk leidde tot drie observaties: 1. niks is met de macht (26,5 km per uur gemiddeld is normaal), 2. mannen die ziek zijn stellen zich aan (zie 1.), 2. waarom zou je eigenlijk op vakantie gaan (veel mooiere beelden dan de Hooglanders in de IJssel bij Zalk zullen we in Duitsland, Italië en Frankrijk niet aantreffen). Morgen nog even een groter rondje en we reizen zondag met een gerust hart af naar de Mosel.