Wat ik me herinner van het WK in Argentinië, in 1978:
- De achterkamer van mijn ouderlijk huis. Ik heb een WK-bal in mijn hand. Het is mijn tweede officiële WK-bal, want een jaar eerder hadden mijn broer en ik in de duinen bij Castricum een WK-bal uit 1974 gevonden. Op de radio klinkt Copacobana van Barry Manilow, de zomerhit van het jaar. Ook Don't cry for me Argentina, de zomerhit van 1977 van Julie Covington, wordt natuurlijk vaak gedraaid, deze zomer. Ik wil voetballen met mijn broer, maar het regent buiten.
- De glimmende oranje broeken van het Nederlands elftal in de wedstrijd tegen Iran. Oranje is mijn favoriete kleur maar dit - oranje broek, oranje sokken en oranje shirt - vind zelfs ik te veel. We winnen met 3-0 en ik geef alle spelers sterren in mijn schriftje.
- Ik lig in bed met de radio aan mijn oor. Nederland speelt in de tweede ronde tegen West-Duitsland. Natuurlijk denk ik aan 1974. Na Gerd dreigt nu Dieter Müller de boel te verzieken. Gelukkig maakt René van der Kerkhof 2-2.
- We kijken de laatste poulewedstrijd Nederland-Italië (uitslag 2-1) bij de buren, mijn broer en ik. Wij hebben namelijk geen televisie. Net als in 1974 terroriseren we de buren. 'Jullie mogen altijd bij ons komen kijken', had de buurman ooit gezegd. Hij hield niet van voetbal. We juichen om de afstandsschoten van Ernie Brandts en Arie Haan, drinken frisdrank en eten zoutjes.
- Zondagavond, de finale. Mijn zus is er ook bij. De kamer van de buren zit vol en we kijken naar het scherm. Overal wc-rollen op het veld.
- Het manchet van René van der Kerkhof.
- De bal op de paal van Rensenbrink.
Ik ben 13 jaar en ik haat Mario Kempes.