Soms probeer ik me voor te stellen hoe het geweest moet zijn om tweehonderd jaar geleden te leven. Vooral veel armoede en smerigheid, vrees ik. En meer geweld dan tegenwoordig, ongetwijfeld. Veel ellende dus, maar ook: stilte. Goddelijke tijden dus, ondanks alles. Tegenwoordig moet je op een windstille dag een Alpentop beklimmen om in Europa nog een plek te bereiken waar je niks hoort. En dan maar hopen dat er geen vliegtuig overkomt.
Stel je voor: je loopt of fietst als het donker is de stad of het dorp uit en je hoort niks. Geen airco’s, geen zoemende generators, geen verkeer, geen fabrieken, geen muziekinstallaties - geen enkele vorm van mechanisch geluid. Het moet een paradijslijke toestand zijn geweest, ondanks alle ellende. Helaas wist men vroeger waarschijnlijk niet beter en kon niemand er dus van genieten zoals wij dat nu zouden doen.
Ik heb het in Nederland in mijn hele leven maar één keer meegemaakt, jaren geleden, tijdens een fietstochtje op het Groninger land, ergens in de buurt van Oldehove. Ik was gestopt om even een banaan te eten en werd overvallen door de stilte. Geen auto in de buurt, geen zuchtje wind en geen vogel te horen. Ik hoorde het bloed in mijn oren stromen en kon wel janken van geluk. Op zulke momenten merk je pas hoe de afwezigheid van lawaai je bij de keel kan grijpen. En wat we tegenwoordig missen.
Ik wens de omwonenden en milieufederaties veel succes in hun strijd tegen het TT-circuit in Assen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten