04 februari 2011

De crux

Even iets heel anders. Fietsen is er dit jaar nog maar 1 keer van gekomen, die ene zondag dat het lente was en watersnood het land bedreigde. Onderstaand een beschouwing over het boek 'De crux', die twee weken geleden in 'Dagblad van het Noorden' stond.

Op zoek naar de kern
Over de boeken van uitgeverij Buijten & Schipperheijn leest u doorgaans niet veel in deze krant. Ook niet in andere kranten trouwens. Ja, soms wordt op een uitgaanspagina wel eens een fiets- of wandelgids van de toeristische tak van de uitgeverij besproken. Maar de levensbeschouwelijke werken van Buijten & Schipperheijn worden vakkundig doodgezwegen. De auteurs verschijnen ook zelden of nooit in tv-programma’s als De Wereld Draait Door en Pauw & Witteman. Dat komt zo: het zijn orthodoxe christenen. En dat is het soort mensen bij wie niet-christenen en vrijzinnigen zich doorgaans wat ongemakkelijk voelen. EO-volk, Nederlands Dagblad-lezers, die de waarheid in pacht menen te hebben en de bijbel van kaft tot kaft letterlijk nemen.
Het is ook wel begrijpelijk. Orthodoxe geloofsopvattingen werpen vaak een barrière van onbegrip op die een zinvolle dialoog bemoeilijkt. Ik weet er alles van, ik kom zelf uit een orthodox-christelijk gezin. Op mijn zeventiende ‘viel ik uit het verhaal’, zoals de Groningse theoloog Boele P. Ytsma in zijn boek Van de kaart het proces van geloofstwijfel en -verlies zo mooi omschrijft. Net als voor Ytsma stortte ook voor mij de Kathedraal van Zeker Weten met donderend geraas in elkaar. En ja, zoals zovelen bezag ik sindsdien orthodoxe christenen met een meewarige, wat spottende blik, vol onbegrip. Hoe is het toch mogelijk dat goed opgeleide mensen in deze wetenschappelijk verlichte tijden nog geloven in dat sprookje, vroeg ik me steeds weer af.
Maar de puinhopen van de ingestorte Kathedraal van Zeker Weten heb ik nooit helemaal opgeruimd. Het zogenaamde rationalisme van veel atheïsten wantrouwde ik net zo hard als de orthodoxe betweterigheid. En waarschijnlijk vermoedde ik onbewust dat er toch nog wat waardevols onder de steenhopen lag. Sinds ik, via een beeldend kunstenaar uit Emmen, bevriend raakte met Reinier Sonneveld, een schrijver van orthodox-christelijke huize, bloeien er weer wat bloemetjes op mijn Ruïne van Zeker Weten. Ik lees nu ook af en toe boeken van uitgeverij Buijten & Schipperheijn. En tot mijn verrassing en schaamte heb ik ontdekt dat mijn beeld van de orthodoxie helemaal niet klopt. Niet alle christenen die Jezus zien als de zoon van God nemen het scheppingsverhaal uit Genesis letterlijk, om maar wat te noemen. Ook in bevindelijke en evangelische kringen vindt een levendig debat plaats. Maar omdat in de kwaliteitsmedia alleen de stereotype zwartekousenfundamentalisten aan bod komen – lekker makkelijk en overzichtelijk, immers – krijgen wij daar niet veel van mee.
Toegegeven, de grootste ruimte van de Kathedraal wordt nog steeds gevuld door de Zeker Wetenden, voor wie de bijbel het onfeilbare Woord der Waarheid is. Maar het orthodoxe bouwwerk kent ook kamertjes waar ruimte is voor twijfel en afwijkende meningen. Daar wordt openlijk gesproken en gediscussieerd over de historiciteit van de bijbelverhalen en de onzinnigheid van het zesdagen-creationisme. Hete hangijzers, een boek dat vorig jaar bij Buijten & Schipperheijn verscheen, geeft een mooi overzicht van die kritische zelfreflectie. Als tegenhanger van dat boek verscheen onlangs de bundel De crux, waarin 49 orthodox-christelijke denkers, kunstenaars en wetenschappers – onder wie ook noordelingen zoals Elly & Rikkert en Henk Helmantel – antwoord geven op de vraag: ‘Verwoord of verbeeld de kern van je geloof’. Het resultaat is een bonte verzameling getuigenissen, verhalen, gedichten en beeldende kunst.
Natuurlijk bevat De crux traditionele belijdenissen waarin het getuigen en verkondigen van de Blijde Boodschap centraal staat. Interessanter zijn echter de verhalen waarin openlijk over de eigen twijfel wordt gesproken en anders- of niet-gelovigen met respect worden bejegend; waarin atheïsme of agnosticisme als aantrekkelijke alternatieven worden beschreven en de eigen ‘keuze’ voor de orthodoxie een persoonlijk toeval lijkt te zijn geweest. Een van de mooiste bijdragen is die van schrijver en Librisprijs-winnaar Willem Jan Otten, die op latere leeftijd christen is geworden. "In mijn geval betekent dit dat ik er van overtuigd ben geraakt, op een dag, dat Jezus is geweest wat Hij zei te zijn, en wel de zoon van God", schrijft Otten. En daar begrijpt hij zelf ook nog steeds niet veel van: "Het weinige wat ik er wel van begrijp, is dat ik gedurende de bekering steeds scherper ben gaan beseffen dat ik het allemaal nooit had kunnen geloven als ik het had kunnen geloven."
Otten beschrijft op weergaloze wijze hoe hij juist door de onwaarschijnlijkheid van Jezus’ levensverhaal tot geloof is gekomen. Toch stuit je als niet-orthodoxe lezer ook bij zijn relaas op die barrière: als je zelf dat bekeringsproces niet kent of juist de omgekeerde weg hebt bewandeld door ‘uit het verhaal te vallen’, dan overtuigt het toch niet. Geloven, tot bekering komen, Jezus zien als de zoon van God, die uit de dood is opgestaan – het is geen rationeel proces en het is ook geen keuze, zoals sommige auteurs in deze bundel doen voorkomen. Het is iets dat je overkomt, waarbij persoonlijke omstandigheden vaak een doorslaggevende rol lijken te spelen. Het prachtige verhaal dat de Drentse zangeres en schrijfster Elly Nieman vertelt over haar bekeringsproces is daar een goed voorbeeld van.
Waarom zou je als anders-gelovige, agnost of atheïst dit soort boeken gaan lezen? Nou, bijvoorbeeld om kennis te nemen van de moderne verschijningsvormen van de orthodoxie, die veel diverser zijn dan vaak wordt voorgesteld. Of om je weer eens te realiseren dat het begrip ’God’ veel meer inhoudt dan die almachtige man met grijze baard op een wolk, die wij er vaak van maken. Of anders vanwege de radicale maatschappijkritiek die de navolging van Jezus voor sommige orthodoxe denkers met zich meebrengt. Zoals bij Reinier Sonneveld, die in zijn verhaal de bevrijding uit de slavernij centraal stelt. In een eerder werk, Het goede leven, behandelde hij dat thema in uitgebreidere vorm. Voor mij was het lezen van juist dat boek een eyeopener van jewelste uit orthodoxe hoek, omdat het vlijmscherp en confronterend onze impliciete, verborgen medeplichtigheid aan allerlei vormen van maatschappelijk onrecht en uitbuiting blootlegt.
Een andere reden om De crux eens ter hand te nemen, zijn de tekeningen, schilderijen, beelden en gedichten die in de bundel zijn opgenomen. Daarbij blijkt de geloofsbarrière opeens veel minder groot te zijn. De werken waarmee kunstenaars als Janpeter Muilwijk, Paul van Dongen, Henk Helmantel en Willem Zijlstra de kern van hun geloof verbeelden, maken het mysterie van het geloof voor mij veel beter invoelbaar dan de getuigenisverhalen. Hetzelfde geldt voor de gedichten van Rikkert Zuiderveld en de onlangs overleden Guillaume van der Graft. Dat doet vermoeden dat kunst misschien wel het meest geschikte medium is om over God te praten.
Je kunt je ook afvragen hoe onoverkomelijk de bekeringsbarrière werkelijk is. Doen wij niet-gelovigen er niet te moeilijk over omdat het zo lekker makkelijk is om mensen in een bepaald hokje te zetten? Dan hoef je verder ook niet naar ze om te kijken. Terwijl het juist in deze tijden van polarisatie helemaal geen kwaad kan om te proberen met elkaar in gesprek te blijven, ongeacht afkomst of overtuiging. Het zou in elk geval geen reden mogen zijn om dit soort boeken dood te zwijgen, zoals nu nog veel te vaak gebeurt. Want waarom besteden we dan wel zoveel aandacht aan de getuigenisliteratuur uit de orthodox- atheïstische hoek? Aan de boeken van mensen die de ratio als de Nieuwe Jezus vereren, zoals Richard Dawkins en zijn volgers? Ook de Studeerkamer van Zeker Weten produceert vooral verhalen waar je uit kunt vallen.

Geen opmerkingen: