In onze binnentuin zijn de eerste knoppen verschenen in de hortensia, maar in de buitenwereld houdt het nieuwe leven zich angstvallig schuil. Ondanks de lentewarmte heb ik nog geen vers groen gezien tijdens mijn fietstochtjes. Het wintergroen van de dennen wordt wat lichter van kleur, het gras lijkt net als mijn gezicht ook over pigment te beschikken, en het mos kleurt wat donkerder. Maar waar blijven de knoppen? Waar is het frisse lentegroen?
Dinsdag was ik op de Veluwe. Gisteren fietste ik op de Posbank en langs de IJssel terug naar huis. Ik zag ganzen op zoek naar voedsel (die zijn dus nog niet weg, zoals ik eerder dacht), ik zag ooievaars op hun nest zitten, ik zag een zilverreiger opvliegen, ik zag lammetjes, veulens en paardjes (heel veel van die lelijke, langharige mormels; het lijkt wel alsof er een paardenplaag heerst in het Nederlandse weideland), Maar van het lentegroen geen spoor. Ja, krokussen en aanverwant spul, dat wat mij betreft meer bij de winter hoort dan bij de lente.
Ik zag ook een platgereden merel, bij Mulligen. Een jonge vader zo te zien, al hoop ik dat hij nog niet aan het nestelen was geslagen. Anders vliegt er langs de Veluwerand nu misschien wel een zwangere merelvrouw rond, met ongeboren merelweesjes in haar buik. Maar hij was wel mooi platgereden, de merelman. Een heuse aanwinst voor mijn serie 'dood op de weg' (en op het ijs). Het was net een schilderij in een lijst van asfalt, die oplichtte in de lentezon. Rare lente is dat, als de dood het wint van het leven.
1 opmerking:
Merelweesjes in haar buik? Hoe zit dat, meneer de vogelkennert?
En wat die paarden betreft: er wordt al jaren geklaagd over de verpaarding van de Veluwe...
Een reactie posten