27 januari 2010

Een dode haas op het ijs

Hij lag in het Kanaal Almelo-De Haandrik, midden op het ijs. Een dode haas. Zijn achterwerk was half weggevreten. Of misschien was er een schaatser over hem gevallen, toen hij nog helemaal onder de sneeuw lag. Gefileerde hazenbilletjes door het ijzer van een Noor.
Ik vermoed dat hij voor de sneeuwval, afgelopen weekend, is vastgevroren. Zijn achterpoten waren namelijk vastgeklonken in het ijs. En om hem heen lag zeker een centimeter sneeuw op het kanaal. Daar vries je niet aan vast. Maar hoe komt een haas midden in een kanaal? Is hij van de ene wal op het ijs gesprongen en gleed hij steeds uit op het gladde ijs toen hij aan de andere kant weer op de wal wilde springen? Hij lag op het stuk tussen Vriezenveen en Daarlerveen waar de wal vrij hoog is. Wat een wrede dood. Het vroor hier afgelopen weekeinde vijftien graden en dan sta je daar dus als haas: midden op een spiegelgladde vloer. Steeds weer onderuit gaan tot je je uiteindelijk uitgeput neerlegt op het ijs, wachtend op het bitter koude einde.
Het kan natuurlijk ook zijn dat een roofvogel hem te pakken had genomen. De hap bleek echter te vet voor het beest (een buizerd? een wouw?) zodat hij hem van grote hoogte moest laten vallen. Maar dan moet de gulzigaard na een paar hapjes uit de billen van de haas zijn buik dus al vol hebben gehad. Onwaarschijnlijk. Ik ga voor het eerste scenario.
Er kon dus toch nog geschaatst worden vandaag. Een zoektochtje op internet wees uit dat ik kon kiezen tussen het Kanaal Almelo-De Haandrik (fraaie naam trouwens), het Schildmeer en het Damsterdiep tussen Groningen en Appingedam. Vanwege de afstand en de voorspelde ijzel en sneeuw toch maar voor het kanaal gekozen. Bij twee bruggen moest gekluund worden, maar dan had je wel een stuk van ruim 10 kilometer. Met redelijk ijs.
Vooral het stuk tussen Vriezenveen en Aadorp was prachtig. Er lag nog een centimetertje sneeuw op het ijs, maar daaronder was het spiegelglad. Op andere stukken was veel sneeuwijs dat in de loop van de middag steeds brosser werd. Fondantijs heet dat tegenwoordig en er is niks vervelender dan dat. Steeds weer met een ruk overeind komen om een val voorover te voorkomen. Maar wat dondert het: ik heb een paar uurtjes geschaatst, in totaal een kilometer of vijftig. Waarmee mijn schaatskilometers dit jaar vooralsnog gelijke tred houden met mijn fietskilometers. Nu graag nog even de Noorderrondritten (ik heb al sinds de invoering van het iesbewies een startplek op de 150 km, tevergeefs tot nu toe) en dan mag het wel weer twintig graden worden.

Geen opmerkingen: