06 juni 2012

In de Nederlandse bergen

Hoe zal die vliegende mier, of wat voor schepsel het ook was, het ervaren hebben toen ik hem dooddrukte, dwars door mijn wielershirt heen, daar in de Nederlandse bergen op de Utrechtse Heuvelrug? En wat ging er door hem heen toen hij even daarvoor zijn angel in mij stak?
Hoeveel we als mensen ook weten over onszelf, de wereld om ons heen en de verste uithoeken van het heelal, de ervaringswereld van de vliegende mier zullen we nooit kennen. Net zomin als die van de bloem op deze foto, de grasspriet daarachter, de merel in de tuin, de kat op de bank of de schimmel op de kaas in de koelkast. We kunnen er hooguit naar gissen, maar zijn daarbij altijd gebonden aan en beperkt door onze eigen, menselijke ervaringswereld. We kunnen niet buiten onszelf treden.
Het vreemde is dat we voortdurend doen alsof we dat wel kunnen, vooral in de wetenschap. Daar is op zich natuurlijk niks mis mee, want als je jezelf en je briljante inzichten voortdurend zit te relativeren, dan zakt de moed je al snel in de schoenen. Maar af en toe stilstaan bij de fundamentele, biologische beperkingen van ons menselijk perspectief op de wereld zou geen kwaad kunnen.
Neem dat prachtige, fascinerende college over de oerknal dat Robbert Dijkgraaf laatst gaf in DWDD. Het was nog mooier en indrukwekkender geweest als Dijkgraaf besloten had met de nuancering, dat we ons natuurlijk wel moeten blijven realiseren dat al deze prachtige oorsprongsverhalen en -theorieën slechts het menselijk perspectief op de zaak belichten en alleen voor ons relevant zijn. Helaas liet hij dat na, terwijl hij even daarvoor wel heel fraai de oneindige nietigheid van de mens in het perspectief van het heelal en de eeuwigheid had laten zien.

Wat Dijkgraaf had kunnen zeggen is dit:
"We moeten wel altijd blijven beseffen dat wij alles zien en verklaren vanuit onze menselijke ervaring van tijd en ruimte, die ook nog eens historisch bepaald is. Een schaap, om maar wat te noemen, kent geen tijdservaring. Zij leeft volledig in het heden. Verleden en toekomst komen in haar ervaringswereld niet voor. De ruimte-ervaring van een bij (of de bloem hierboven) is totaal anders dan hoe wij de wereld om ons heen beleven. Wij mensen kunnen alleen verklaren wat we vanuit ons eigen menselijke ruimte/tijd-perspectief waarnemen.
In de snaartheorie worden dappere pogingen gedaan om (theoretische) dimensies toe te voegen, maar ook die worden door mensen bedacht en zijn dus altijd beperkt tot het menselijk perspectief, dat maar een van de vele miljoenen (of misschien wel miljoen miljarden) perspectieven is.
Het simpele feit dat we ons überhaupt druk maken over problemen als de oerknal en de samenstelling van het heelal heeft te maken met een historisch zeer recente uitbreiding van het menselijk perspectief op de wereld: de wetenschappelijke blik. Tot de introductie van de landbouw, 12.000 jaar geleden, was het tijdsbesef van mensen 150.000 jaar lang (of twee miljoen jaar als we Homo erectus meerekenen) vermoedelijk voornamelijk cyclisch van aard, in plaats van lineair. Voor onze voorouders waren dit soort vragen totaal irrelevant omdat zij de tijd (vermoedelijk) op een fundamenteel andere manier ervoeren: niet als een rechte lijn van begin tot eind, maar als een cirkel waarin begin en einde in elkaar vervloeiden. Vanuit dat perspectief bestaan problemen als 'wat was er voor de oerknal?' helemaal niet. Zoals heel veel toekomstige problemen en vragen op dit moment voor ons nog niet bestaan, omdat ze irrelevant zijn vanuit ons hedendaagse perspectief en (nog) buiten ons menselijke blikveld liggen.
Concluderend: We weten oneindig veel meer niet dan wel en dat zal altijd zo blijven. We zijn nu eenmaal mensen."
Maar dat zei Dijkgraaf dus niet.

Er zijn overigens genoeg wetenschappers die zich wel zeer bewust zijn van de beperktheid van de menselijke blik, maar onder hen zijn helaas maar weinig natuurkundigen. Een heel mooi boekje over de ruimte/tijd-ervaring van andere dieren, vanuit Kantiaans perspectief, is trouwens Streifzüge durch die Umwelten von Menschen und Tieren van de bioloog Jakob von Uexküll. Dit heel toegankelijke en fraai geïllustreerde werkje is een fraaie oefening in nederigheid voor iedereen die de waarheid in pacht meent te hebben.

P.S. Wil degene aan wie ik dat boekje van Von Uexküll heb uitgeleend zich even melden, want ik wil het terug. En dat geldt ook voor degenen aan wie wij de eerste twee seizoenen van The Soprano's hebben uitgeleend en de dvd-box van The Wire.



1 opmerking:

Job zei

Goed, The Soprano's en Von Uexküll zijn terecht. Nu The Wire nog. Wie o wie?