04 juni 2010

Een streep zonder einde

Soms is fietsen in Nederland net zo mooi als in de bergen. En soms zelfs nog mooier, als je weet dat de stilte komt. Zoals langs het Overijsselsch Kanaal. Je hebt er een paar van die schaarse plekken zonder mensengeluid. En als je daar dan stopt, hoor je veel: kwakende kikkers, ruziënde rietzangers, het gekras van een kraai, plonzende vissen, gezoem. In de verte zie je een blauwe truck geluidloos langs de horizon bewegen, terwijl er een libelle op je been landt. Achter je en aan de overkant strekken de landerijen zich uit. Een landschap dat is gevormd door mensen, maar dat de mens tegelijk rigoureus overstijgt, in het kleine en in het grote. Vliegende kevers, minuscule vliegjes om je heen, zwaluwen die op jacht zijn boven het wateroppervlak, en overal bloeiende bloemen. Paars, geel, wit, rood, groen. Daarboven de blauwe lucht met zijn belofte van oneindigheid en de brandende, machtige zon. De optrekkende warmte die zich als een deken om je heen krult. Het zijn momenten dat je je opgenomen voelt in een geheel dat zich aan de logica onttrekt en alles overstijgt. Helemaal alleen en verbonden met alles om je heen, in totale nietigheid. Alsof je liefdevol wordt opgenomen door een eeuwige, alomvattende hand die alles vasthoudt en één maakt, maar tegelijk alles door de vingers laat glippen in oneindige verscheidenheid en complete vrijheid. En als je verder fietst, hoop je dat het kanaal voor altijd doorloopt, als een streep zonder einde.

1 opmerking:

Aaldrik Pot zei

Een ontroerende ode... Kan niet anders zeggen.

Met vriendelijke groet,

Aaldrik Pot