03 mei 2009

NK wielrennen voor journalisten

Over een a-typische fietservaring, die tenminste nog een beetje aansluit bij Marijn fietst, maar waarin ook de verschillen meteen genadeloos duidelijk worden.

Om meteen maar inconsequent te beginnen (zie vorige blog) een wedstrijdverslag. Gemiddeld 1 keer per jaar fiets ik namelijk ook een wedstrijd. Vorig jaar was dat de Oog op Morgen Bokaal, afgelopen zaterdag maakte ik mijn debuut op het NK voor journalisten. In de B-categorie wel te verstaan. Vooraf was ons aardbeien met slagroom beloofd en dus togen we (Stentor-collega C. en ik) naar het Brabantse Zundert.
Eenmaal aangekomen bleken de aardbeien op de akker tegenover het mobiele erepodium nog in volle bloei te staan, dus in die aardbeien geloofde ik al niet meer. In een goede wedstrijd trouwens ook niet. Tijdens een prachtig soloritje door het Vechtdal op Koninginnedag (even buiten Zwolle, in Herfte, waande ik me al in het buitenland op de schitterende slingerweggetjes, en toen 50 kilometer later bij Hankate zowaar een heuvel naast de weg oprees, jubelde mijn hart: Engeland! ik wil naar Engeland! (maar dit alles natuurlijk geheel terzijde)) had ik al zoveel last van mijn rechterknie, dat ik niet zwaarder kon trappen dan 39-19 (voor wie dit niks zegt: met zo'n verzet win je nog niet bij de kleuters). Bij het inrijden op het rondje van 3,5 km even buiten Zundert (achter een kleine rimpel in het landschap zag je nog net de kerktoren liggen) speelde de knie meteen op.
Meteen na de start ging het tempo rap richting de 45 km/pu en wonder boven wonder werd ik niet meteen gelost. Dat voelde al als een overwinning. Maar in de tweede ronde sloeg de twijfel toe: Waarom doe ik dit? Voel ik die knie nou of niet? Ik ga over twee weken met collega's in de Alpen fietsen en zit ik me nu niet te forceren? Hee lul, kijk uit, je drukt me van de weg! Enfin (om ook maar eens in de geest van Martin Bril te schrijven, dat schijnt erg hip te zijn): na een kwartier vond ik het wel goed en liet ik me uitzakken naar een volgend groepje.
Conclusie: geen wedstrijdmentaliteit. 't Is niet anders. Even later sloot ik aan bij mijn collega W. en reed ik de wedstrijd uit met een lekker vaartje van ongeveer 32 km/pu (wat al zo'n 7 km boven mijn normale tempo ligt). Door even achter een vrachtwagen te stayeren, die ons vlak daarvoor de weg had versperd waardoor we ook nog gedubbeld werden, kon ik zowaar nog als beste loser finishen. Twintigste plek, nauwelijks gezweet, geen last van de knie. Ik ben tevreden.

1 opmerking:

harm job zei

Goed om te lezen, heb me voor 2010 ook opgegeven namens RTVOost, ik denk dat we de strijd aangaan om de rode lantaarn ;)Ik mag hopen dat Casper bij de A meefietst, daar kunnen maar weinig tegenop. Tot 2 juli als je meedoet...