Van vier jaar geleden, maar helaas nog steeds actueel:
Afgelopen zondag was het weer zover, de jaarlijks terugkerende dag der gruwelen. Mijn 38ste verjaardag (Ja, ja: 42 inmiddels). Weer een jaar dichter bij de dood, waarmee ik dan ook van harte werd gefeliciteerd! Waanzin is het. Alsof ik blij ben dat de aftakeling toeslaat en het herstel na een potje voetballen steeds langer duurt. Dat je als kind graag een partijtje geeft, okee. Maar na het bereiken van de stemgerechtigde leeftijd zou een verjaardag een dag van rust, rouw en bezinning moeten zijn.
Ik begrijp ook niks van mensen die elk jaar weer uitgebreide feesten geven. Sinds vele jaren vier ik mijn verjaardag in beperkte kring. Vriendin (indien voorhanden), ouders, broer en zussen plus een enkele oom en tante. Geen vrienden. Die weten niet dat ik jarig ben of volstaan met een kaartje of sms'je. Dat ik het überhaupt nog vier, is alleen omdat mijn moeder het zo leuk vindt om op bezoek te komen.
Maar dan nog. Ook voor tien gasten moet je in de rij staan bij de bakker voor de verplichte taart. Daarna wacht de supermarkt voor toostjes, tapenade, kaas, chips en drank. Vervolgens door naar de visboer om daar weer tien minuten in de rij te staan voor een lading haring. En altijd nog een keer vloekend terug naar de supermarkt omdat je iets vergeten bent.
Vervolgens ben je een dag gasten aan het voederen, draait het espressoapparaat overuren (waarmee ook de dood van die prachtmachine met rasse schreden naderbij komt), vernielen neefjes en nichtjes onderdelen van het interieur en ben je na afloop gebroken.
Verjaardagen. Een grotere kwelling van geest en lichaam is nauwelijks denkbaar. Gelukkig is er nog de troost van marsepeingebak.
1 opmerking:
...en gelukkig mag je al die wijn-, kaas-, worst- en haringresten daarna helemaal in je eentje opkauwen...nog dagenlang! Dat is pas een fijne verjaardag! Plus het gevoel van overweldigende stilte als de gasten weer de deur uitzijn...
Een reactie posten