Alweer een verloren avond, was de overheersende gedachte in onze huiskamer na negentig minuten verveling bij Nederland - Bulgarije. Mijn vriendin M. was zaterdagavond weer eens de meest verstandige geweest. Na vijf minuten voetbal had ze het wel gezien en nam ze Harry Potter ter hand. Wat later verdween ze naar de achterkamer om op de sofa in slaap te vallen op het gepruttel van tv-commentator Leo Oldenburger, dat al even saai en nietszeggend was als het gedoe op het veld.
Van ons had M. verder geen last, want wij waren door het geploeter in de Arena al snel zo murw geslagen dat zelfs het doelpunt van Sneijder nauwelijks nog enige opwinding veroorzaakte. "Nou, die zit er in", constateerde mijn zwager B. nog wel. Mijn zus D. was net even naar de keuken gegaan om een espressootje te maken. "Het is 1-0", zeiden we toen ze weer terugkwam. "Ah", zei D., "mooi zo." En we staarden maar weer naar het tv- scherm, waarop de spelers van Oranje opgefokt heen en weer draafden, grossierend in balverlies en tot niets leidende aanvallen. "Hoe is het toch mogelijk dat voetbal zo populair is", vroeg B. zich af.
Maar natuurlijk hadden we het weer eens verkeerd gezien. "Het is positief dat we nu met zijn allen een mooie avond hebben beleefd", verklaarde Ruud van Nistelrooij na afloop. Dat was, als we het ons goed herinnerden, de speler die achttien keer de bal terug of opzij had getikt en één keertje richting doel had geschopt. En de bondscoach, die elke keer weer een nieuwe opstelling poogt te verzinnen en hard op weg is om meer (ex-)Ajacieden op te stellen dan er ooit bij Ajax zelf gespeeld hebben, had ook al genoten van leuk voetbal.
Ach ja. Als je iets maar hard en vaak genoeg roept dan wordt het vanzelf waar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten