Aan de prijs (vijf euro, wat op zich al een belediging is voor een band als Paulusma) lag het niet. Nee, het was puur de hiervoor reeds genoemde ineenstuikende beschaving. In Zwolle was het namelijk van hetzelfde laken een vers gesteven pak. Laten we wel wezen, beste mensen: Jelle Paulusma (ik schreef al eerder over hem) is het neusje van de zalm van de Nederlandse popmuziek, een grootheid, de beste liedjessmid die Nederland ooit heeft voortgebracht. En die trekt dus niet meer publiek dan vijftig man, terwijl de zalen volstromen voor beschimmelde eenheidsworst als al die winnaars van zogenaamde talentenjachten in televisieshows, die in het beste geval over een aardige stem beschikken (maar ook niet meer dan dat) en die allemaal na een paar jaar weer in de anonimiteit verdwijnen waar ze thuishoren.
We rennen van hype naar hype, altijd aan de oppervlakte, bang om eens de diepte in te duiken en te zoeken naar kwaliteit. Een heel enkele keer komt er in programma's als DWDD nog wel eens iets bovendrijven dat er op lijkt, dat dan meteen weer tot Neerlands hoop in bange dagen wordt opgeblazen (neem zo'n Tim Knol: best aardig hoor, maar vergeleken met het werk van zijn gitarist Anne Soldaat - die andere ex-Daryll-Ann-frontman - en Jelle Paulusma, stelt het toch echt niet zoveel voor).
Ik werd uitermate gedeprimeerd van mijn concertervaringen in Leeuwarden en Zwolle, terwijl Jelle Paulusma beide avonden opmerkelijk welgemoed bleef. Alleen toen hij in Zwolle de prachtige, oude Daryll-Ann-ballad Friends zong, schoot hij mild uit de slof ("mijn laatste single; niet dat ze hem op de radio draaien..."). Parels voor de zwijnen zijn het. Zijn laatste cd heet Up on the roof. Koop die plaat!