08 oktober 2010

De mooiste van alle

Waarom zoeken we altijd naar nieuwe wegen? Wat is er mis met de bekende? Dat vroeg ik me af toen ik vanmorgen tussen Kalle en Tinholt fietste, in die Heimat. Ik denk niet dat ik er ooit nog eens zal komen. Niet omdat het zo lelijk was, maar omdat de lucht grijswit was en ik me had verheugd op zon, zoals de weermannen hadden beloofd. De zon kwam niet, mijn stemming daalde en ik dacht: Wat doe ik hier, zo ver van huis? Alsof je als fietser, hoe fanatiek ook, ooit meer dan een minieme fractie van alle wegen op aarde kunt befietsen. Alsof er niet miljarden mensen zijn die nooit ook maar een paadje dat ik ooit befietst heb of nog zal befietsen, zullen begaan. Kun je dan nog van 'ontdekken' spreken? Wat stelt het allemaal voor? Heeft het wel wat te betekenen, dat zoeken naar niets? Waar doe je het voor? Waarom niet gewoon de bekende weg begaan?

Nou was Tinholt wel een speciaal doel vandaag. De arme vrouw van mijn hardloper heette Tinholt en haar familie moet dus uit deze streek zijn gekomen. Mits er niet nog een Tinholt is, wat zeker niet is uit te sluiten. Ik kwam vandaag namelijk ook door een ander Wilsum en zag op mijn kaart zelfs een Overijssels Oldambt. Tinholt bestond uit drie huizen, naast een bloeiend koolzaadveld (tenminste, ik denk dat het koolzaad was; het kan ook mosterd zijn geweest). Niet echt iets om voor naar Duitsland te fietsen dus. En in de witgrijze mist kon de rest van het landschap ook niet bijzonder bekoren, uitgezonderd de prachtige Wilsumer Berge en de glooiende omgeving van Itterbeck.
Maar goed, ik had me verheugd op Duitse bossen vol paddestoelen die zich koesterden in de zon met om het uur een aanlokkelijk terrasje waar ik Kaffee mit Kuchen kon drinken. Nou, ook geen terras gezien vandaag in Duitsland. Twee verlepte cafetaria kwam ik tegen op de verlaten wegen tussen Laar, Echteler, Schotheck, Haftenkamp, Egge en Striepe. Er woonden wel degelijk mensen, te zien aan de huizen die er stonden, maar ze lieten zich niet zien. En koffie maken voor zwerver doen ze dus ook niet.
Nog iets dat tegenviel: bijna geen paddestoelen gezien in Duitsland. Die vertoonden zich pas weer toen ik op bekende wegen was aangekomen. In het Rechterense veld fleurde mijn humeur weer op en kwam het toch nog allemaal goed. Op acht kilometer van huis, vlak naast het fietspad dat ik al honderden keren heb befietst, zag ik opeens de mooiste van alle: Grote oranje bekerzwammen. Ik had ze nog nooit gezien, maar ze schijnen algemeen voor te komen. Intens oranje, dat kon ik wel gebruiken op een dag als vandaag. Later, bij Mataram, zag ik ook die paarse knopjes weer (zie paar postjes hieronder). Ze hadden zich open geplooid en inderdaad: het zijn Amathistzwammen. Mooi.

Geen opmerkingen: