Het is nu tweeënhalf jaar geleden dat mijn vriendin en ik nieuwe racefietsen kochten. Mijn oude barrel was na vijftien jaar trouwe dienst hoognodig aan vervanging toe en het leek M. ook wel leuk om af en toe eens een rondje mee te fietsen. Ik had beter moeten weten. M. had toen al de gewoonte ontwikkeld om elke dag op mijn oude mountainbike naar haar werk te gaan. Op zich niks bijzonders, ware het niet dat de afstand tussen haar woon- en werkplek ruim 20 kilometer bedroeg. Het kwam regelmatig voor dat M. enigszins verbaasd opmerkte dat andere fietsers zo langzaam reden. "En ik haal ook af en toe racefietsers in", voegde ze er achteloos aan toe.
Al tijdens onze eerste fietsvakantie in Italië – we hadden die racefietsen net twee weken – werd ik elke dag door M. naar de kloten gereden, zoals dat in algemeen beschaafd wielerjargon heet. Ze begon er steeds meer lol in te krijgen en ging bij een toerwielerclubje rijden. Maar ook daar ging het M. zelfs bij het snelste mannengroepje al gauw te langzaam. Ze bleek in de wieg gelegd voor fietsen, al kwam ze daar helaas pas na ruim een kwart leven achter.
Vorige zomer reed M. haar eerste wedstrijdje en sinds drie maanden volgt ze serieuze trainingsschema’s. Ze is nu 30 en gaat proberen alsnog de top te halen. Afgelopen weekeinde mocht ze meetrainen met de ploeg van Leontien van Moorsel; ze kon moeiteloos meekomen. Ik leef opeens samen met een topsporter.
1 opmerking:
Vriendin M. lijkt wel een beetje op Louwe Huizinga...
Een reactie posten