En dan sta je daar weer, oog in oog met Tony Dekker. "I am part of a large family", zingt hij, terwijl zijn gezicht gevangen wordt in een lichtstraal, die de hoekige kaaklijn van extra reliƫf voorziet. En je denkt niet meer, maar gaat op in die wonderschone falsetstem, breekbaar als het dunste glas. "I said my piece, I said peace", zingt de stem.
Even later merk je hoe stil het is om je heen. Alsof dit geen popconcert in Hedon is, maar een eredienst. Honderdvijftig toeschouwers die opgaan in de hypnotiserende altcountry van Great Lake Swimmers en vergeten er doorheen te praten. En ja, frontman Tony Dekker heeft wel wat van Jezus, met dat ingevallen, bebaarde gezicht. Dezelfde gepijnigde blik, dezelfde boodschap van liefde.
En je denkt terug aan de eerste keer dat je Tony Dekker zag, twee jaar geleden in een klein kroegje in Groningen. Onderweg van Parijs naar Denemarken, op zoek naar onderdak voor de nacht, gaf hij een concert. "Oh wake me please when this is over", zong hij en iedereen dronk en praatte er doorheen. De breekbare stem gebroken, totdat langzaam maar zeker iedereen toch zweeg. "Moving pictures, silent films."
En nu, in Hedon, staat hij daar weer, nog altijd onhandig bewegend, stuntelige danspasjes, onzeker, verlegen. Dezelfde muziek van eenvoud en simpele gebaren. En als hij zingt, denk je: ja, er zijn nog helden. En later, als je na anderhalf uur met je dierbaren Hedon verlaat, weet je weer even zeker dat God bestaat. "I never saw you, never heard you. But I knew that you were there. Everywhere I could feel you all around me."
2 opmerkingen:
Zo hee, goedenavond.
Job, u landt toch vel weer veilig zometeen?
wat een lofzang. ik zal gelijk even googlen. (googelen?).
ja, dat gevoel mag je God noemen :)
Een reactie posten