26 oktober 2007

Column DvhN: Arnon en ik

Tot mijn grote spijt en ergernis word ik wel eens met 'Arnon' aangesproken. Dat komt doordat ik, net als Arnon Grunberg, een kop met warrige, donkerblonde krullen heb, een bril draag en van vergelijkbaar statuur ben. In de tijd dat Grunberg nog voornamelijk werd gezien als de auteur van het telefoonboek kon ik de grap nog wel verdragen. Maar nu Grunberg zich steeds meer als de nieuwe Mulisch gaat profileren, wordt het allemaal wat pijnlijk.
Ik houd niet van Grunberg. Ik heb twee keer geprobeerd een boek van hem te lezen en beide keren kwam ik niet verder dan bladzijde dertig. Het is niet slecht geschreven hoor, maar het bloedeloze geneuzel sprak me in het geheel niet aan: cynische mooischrijverij, stilistisch zo dood als een pier. Bijna net zo erg als het quasi- filosofische geouwehoer van De Neus, al zit daar tenminste nog leven in. Om Mulisch kan ik me kwaad maken, terwijl Grunbergs pseudo- intellectualistische gezever meer werk is voor opgetrokken schouders.
Maar goed, dit is natuurlijk slechts de bescheiden mening van uw columnist en die weet heel goed dat meningen over literatuur voor 90 procent een kwestie van smaak zijn. Het vervelende van schrijvers als Grunberg en Mulisch is echter dat ze zichzelf zo enorm goed vinden, dat ze hun eigen bagger als de maat der dingen hanteren. Zo meent Grunberg regelmatig zijn collegae over de hekel te moeten halen, zoals recentelijk weer A.F.Th. van der Heijden. Het is zielige aandachttrekkerij, waar Jan Wolkers (die merkwaardig genoeg wel van Grunberg hield) in zijn laatste dagen uitbundig om gelachen zal hebben.
Morgen toch maar weer eens naar de kapper.

Naschrift: Kijk, een mens kan dus van mening veranderen. Sterker nog: mensen (ik dus, in dit geval) moeten hun meningen niet zo snel en zeker niet zo onbehouwen de wereld in slingeren. Want sinds zijn doorgaans briljante Voetnoten in de Volkskrant verschijnen, vind ik Grunberg erg goed. Zijn boeken lees ik nog steeds niet, maar de manier waarop hij in luttele zinnen zijn (en vaak ook mijn) mening messcherp en zo nodig vilein weet te formuleren is verbijsterend knap. Ik houd nu dus wel van Grunberg. 

Geen opmerkingen: