Het was een triestmakend bericht dat gisteren even een schaduw wierp op de mooie, wolkenloze lentedag. Zit je net met je eerste ijsje van het jaar (chocolade en aardbeien) op een terrasje, krantje erbij en dan lees je dat De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch het beste Nederlandstalige boek ooit zou zijn. Hoe het komt weet ik niet, maar plotseling moest ik aan tandbederf denken. Zit er veel suiker in ijs?
Eenmaal thuis heb ik meteen mijn tanden gepoetst, maar de vieze smaak bleef. Gerard Reve zaliger zei het al: de boeken van Mulisch zijn niks dan vullis. Dat heb ik vorig jaar bij lezing van zijn perfide roman Siegfried weer eens mogen ervaren. Het was definitief mijn laatste poging tot Mulisch-lezing. Voor wie het niet kent: Siegfried is een van quasi-filosofisch geoudehoer doordrenkte roman waarin Mulisch zogenaamd poogt Adolf Hitler in fictie te vangen, maar waarin hij vooral (over de ruggen van de miljoenen slachtoffers van de nazi's) de grootsheid van de schrijver Mulisch zelve bezingt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten