27 april 2010

Dit blog is (tijdelijk) verplaatst

Mopperlog is (tijdelijk) verhuisd naar http://blog.mopperlog.com/. U wordt binnen 30 seconden automatisch omgeleid, maar kunt ook hier klikken of op titel van dit postje. Een en ander heeft te maken met een nieuwe manier van uploaden van blogger (en als u dat niet begrijpt is dat helemaal niet erg want ik snap er ook geen jota van, maar 't is nu eenmaal niet anders). Binnenkort werkt mopperlog.com gewoon weer, al heb ik geen flauw idee wanneer. Als u een abonnement op een feed hebt, kunt u dit bijwerken op http://blog.mopperlog.com/feeds/posts/default.

25 april 2010

De eerste zwaluwen

Zondagmorgen 10.14 uur. Rust en stilte als je door Zwolle fietst. De wereld is een aangename plek als je oren nog half dicht zitten door een verkoudheid. De wind wappert het geluid naar binnen. Vlak voor Laag Zuthem verkievieten twee kievieten de stilte. De arme sukkels hebben hun nest vlak naast de weg gebouwd en zullen zich de komende weken schor moeten kievieten om indringers weg te houden. Paardenbloemen en lilapaarse bloemetjes langs de weg (welk merk is dat? je ziet ze overal; 't is niks dan geel en lila in de weiden tegenwoordig; het zal wel grondarmoede zijn maar mooi is het). Blauwe lucht, de blik op niets - dat is geluk. Maar als je het bos bij Den Alerdinck binnenrijdt, keert de blik vanzelf naar binnen en vullen muizenissen je hoofd.
Je fietst weer de ruimte in. Loeiende koeien luieren bij Liederholthuis. Een spreeuw pikt een paard in zijn kont. En kijk daar, bij Boerhaar, de eerste zwaluw! Het is nog geen zomer, maar even later wel als ze opeens overal opduiken. Logisch, want het regent kevers, vliegen en ander geleedpotig gefladderte. Eikelhof. Diepenveen. 12.45 uur is het nu. Frieswijk. Overal barse, vers opengewerkte kleigrond en stuivend zand. In de verte de eerste bloeiende koolzaadvelden. Averlo, Wesepe. Hier kom je merkwaardig genoeg geen andere fietsers tegen. Even voor je door Middel fietst, rennen drie hazen door een veldje kweekbomen. Broekland. 13.50 uur. Terwijl je appeltaart eet tegenover de Grote Kruiskerk, geselt de kerkklok de mensen naar binnen. Elshof, waar een gat in de hemel zit, maar nu van de andere kant. De boerderij met de sanseveria's voor de ramen. En steeds meer bejaarden. Een boer aan de andere kant van de Wetering heeft zoveel verschillende soorten bomen rond zijn boerderij geplant dat rechts van je alle kleuren jong groen langskomen. Op het dijkje na Laag Zuthem zet je nog een keer aan: 53,3. Fijne fiets die Beone. 14.35 uur. Na 90 kilometer door Salland is het nog 90 kilometer tot de finish in Luik. Uren lang kruipen er beestjes uit je haar, je shirt en je broek. Een explosie van leven.

24 april 2010

Brommers alleen op recept

Vroeger, toen ik nog columnist was bij de krant, mopperde ik regelmatig over brommers, scooters en andere gemotoriseerde ellende. Ik vond en vind namelijk dat alle motorisch aangedreven tweewielers verboden moeten worden voor normale mensen. Alleen voor wie zich om medische redenen niet op eigen kracht kan voortbewegen, mag een uitzondering gemaakt worden. Net zoals je een wapenvergunning nodig hebt voor een wapen, zou je een brommervergunning nodig moeten hebben voor een brommer.
Nadelen zijn er niet: brommer-, scooter- of motorrijden is immers niks anders dan ofwel luiheid ofwel een verwrongen, quasi-romantisch verlangen naar avontuur en kojbojtje spelen. In het premotorische tijdperk (wat een paradijslijke tijd moet dat geweest zijn) bevredigde men die verlangens op een paard en dat kan tegenwoordig ook nog prima. En anders zijn de racefiets, mountainbike of van die fijne nordic-walkingwandelstokken goede alternatieven. De voordelen zijn duidelijk: die luie, dichtgroeiende tieners krijgen weer eens wat lichaamsbeweging, geen rustverstoring meer door zondagse motorrijders die je lentegevoel naar de ratsmodee helpen, fietsers krijgen minder fijnstof, stank en herrie te verduren, het bespaart een boel fossiele brandstof en het voorkomt ongelukken.
Vanmiddag was het weer bijna zover. Een roedel dertigers van de vrouwelijke kunne op solexen (ja helaas, die heb je veel in het Vechtdal; er zit hier kennelijk ergens een verhuurbedrijf voor die krengen) versperde bij Emmen het fietspad. Het waren er een stuk of vijftien. Geen alfavrouwtje te bekennen, niemand een helm op het hoofd, luid kakelend in alle richtingen, een wolk van uitlaatgas die steeds blauwer werd, maar een beetje opletten op ander verkeer ho maar. Nadat ik 23 keer gebeld had, week de roedel licht uiteen en kon ik stapvoets passeren.
Maar een van de solexsters lette natuurlijk niet op dus die draaide vrolijk doorkleppend en hinnekend een half rondje toen ik langs kroop en boorde zich bijna zijlings in mijn fraaie nieuwe racefiets. Gelukkig ging het net goed, maar die lelijke huppelkut meende ook nog in een hysterisch gelach te moeten uitbarsten om haar mislukte flankaanval, in plaats van met tranen van spijt en berouw in haar ogen excuses aan te bieden. Tuig is het.

18 april 2010

De Doodeman in de benen

Vleeshouwerij Den Alensloot, Steun de Nierstichting, Vacansoleil, De Veluwerijders, een groepje Kelme-renners, Manhattan's Wellness & Healthclub, Toerclub Swolland, een volgwagen van AG2R, een blonde paardenstaart in een roze pakje, Bakkerij 't Belegde Broodje, daar zijn de Veluwerijders weer, twee zwarte Campagnolo's met behaarde benen, Simpelveld Verzekeringen, Bikeshop Stappenbelt, Aluminium Kozijnen van Stevenijnen scheelt u enkele Dozijnen, Hanzerenners Zwolle, Slagerij Dunning, en nog veel meer. De Amstel Gold Race dus. De teksten op de tricots vertellen het halve verhaal.
"Denk eraan: rode fietskleren altijd wassen met Robijn Fleur & Fijn", roept een vrouw bovenop de Keutenberg. Dat is voor mij bedoeld, een tekstloze renner met rode sokken, nog rodere beenstukken en een rood jasje. Ik kan er na 150 kilometer nog om lachen, want ik ga nog steeds als een speer. 'Links, links', roep ik naar die trage padden op de helling, maar het helpt niet. Ik moet grasmaaien en rij bijna een oudere mevrouw van de sokken. 'Opzouten', denk ik. Ze duikt vlak voor me letterlijk de berm in. Moet je ook maar niet op de weg gaan lopen tijdens de Amstel Gold.
Ook op de slotklim naar Cauberg is het dringen, schelden en uitwijken voor omvallende renners. Geen waardig slot van een mooie dag. Dan nog maar even alleen door naar de Doodeman, de klim der Limburgse klimmen. Vlakbij de Keutenberg, maar dan erger (800 meter tegen 9,6 % gemiddeld). Om duistere redenen wordt de Doodeman (waar ooit slaven stierven, die op weg waren naar Mosa Trajectum) zelden opgenomen in tochten en wedstrijden.

De weg schiet recht omhoog
verlaten
zonder mededogen

De benen lopen smerig vol
op een zwarte muur
zonder stenen

Vijftien procent
kramp in de kuiten

Achttien procent
brand in de bovenbenen

Twaalf procent
tien
acht
bevrijding

En dan die laatste, dodelijke tien

Er bloeien paardenbloemen
op de Doodeman.

08 april 2010

In het bos

Waarom is fietsen op een aangelegd mountainbikeparkoers niet leuk? En waarom is mountainbiken over eeuwenoude land- en boswegen bijna nog leuker dan wielrennen? De antwoorden liggen, zoals zo vaak, in de vragen besloten: het komt door dat 'aangelegde' en dat 'eeuwenoude'.
Het parkoers dat ik gisteren befietste op de Lemelerberg bevat nep-heuveltjes en rare paadjes die, om het fietsen te bemoeilijken, tussen de boomwortels door waren gelegd. Het deed denken aan motorcross en ik kwam ook veel te veel mede-mountainbikers tegen. Nee, dan die overgroeide paden in het Rechterense en Vilstersche veld. Moederziel alleen was ik daar (dat kwam ook omdat ik bij het uitrijden van menige bosweg een fietsverbodbordje zag dat er bij het inrijden echt niet stond). De zon scheen door bomen en het licht- en schaduwspel gaf het bos een feeërieke sfeer.
Twee keer rende er opeens een ree voor me uit, vanaf drie meter afstand zag ik een enorme roofvogel op de vlucht slaan (een buizerd, geloof ik) en vele sappige houtduiven klapwiekten in het rond, hevig verlangend naar zachte garing in een koekenpan. Toen ik even op een boomstam ging zitten om een banaan te eten daalde er stilte en rust op me neer. Voor zulke momenten ben ik dus minder gaan werken.
Alleen, zo bedacht ik me, wat nu als ik lek rijd? Als je met de mountainbike gaat fietsen neem je geen reservebanden mee, had mijn lieve M. me verteld. (Het mountainbikeritje van gisteren was mijn eerste in Nederland, als u dat nog niet begrepen had.) En een pompje had ik ook niet bij me. Mijn mobiele telefoon had geen ontvangst en waar ik nu precies zat in dat bos was me ook niet altijd duidelijk. Nou ja, dan had ik dus moeten lopen.

06 april 2010

Afscheid

Morgen lever ik mijn Ridley Triton C in bij de fietsenmaker. Gisteren fietste ik er mijn laatste ritje op. Dat ging voor geen meter en daarom bij wijze van afscheid het eerste stukje dat ik ooit over deze racefiets schreef, in 2006, de column 'Schone wielrenners', die op 1 augustus van dat jaar in Dagblad van het Noorden stond:

"Terwijl Floyd Landis op magistrale wijze de Tour de France aan het winnen was, beklom ik samen met mijn vriendin M. in Italië de Passo Cento Croci. Het was mijn definitieve demasqué als klimmer. Terwijl M. fluitend de pedalen rond trapte, stierf ik duizend doden op de niet eens extreem zware berg (13 kilometer tegen 6 procent gemiddeld). Ongeveer tien minuten was mijn achterstand toen ik, half kotsend en doorweekt van het zweet, de top bereikte. Nog nooit ben ik na een sportieve inspanning zo kapot geweest.
M. en ik houden erg van fietsen. Na de Passo Cento Croci hebben we tijdens onze vakantie in Italië nog veel meer beklimmingen gedaan. Ik was zo verstandig om mijn verlies bij voorbaat te nemen en rustig in mijn eigen tempo omhoog te gaan. Daarbij ben ik tot de ontdekking gekomen dat een mens verrassend langzaam kan fietsen. Bij het slotklimmetje naar ons onderkomen in Tavarone (2 kilometer tegen ruim 10 procent gemiddeld) heb ik zelfs een gedenkwaardig dieptepunt van 5,7 km per uur weten te bereiken zonder van mijn fiets te vallen. M. reed ook daar rustig met 15 km per uur omhoog.
Later, toen we in Toscane in de schitterende Monti del Chianti aan het fietsen waren, begon me wat op te vallen: M. moest wel heel erg vaak niezen. Toen was alles plots duidelijk: doping. M. weigerde vervolgens ook haar plas in te leveren en ontkent nog altijd in alle toonaarden. Nou, dan weet je het wel. Bovendien weet M. ook dat je in de hedendaagse wielrennerij al schuldig bent zo gauw een gerucht de wereld in is geslingerd. Vraag maar aan Ullrich, Basso en Landis. Ik troost me ondertussen met de gedachte dat ik de laatste schone wielrenner op aarde ben."

(Even voor de duidelijkheid: een week voor deze vakantie in de zomer van 2006 kregen we onze Ridleys. Daarvoor fietste Marijn op mijn mountainbike. En met de kennis van nu valt het met dat demasqué dus wel mee. Zie deze post van vorig jaar mei. Of deze, van augustus. En, om misverstanden te voorkomen: dat van die doping is dus een grapje, he. We weten immers allemaal dat Landis brandschoon was.)

03 april 2010

Op het podium

Vreugde. Juichkreten. Ontroering. Erdinger. Tranen. Ik stond op het podium. Voor het eerst in mijn lange, lange leven. Derde in Groningen-Bakkeveen-Groningen. Bij de veteranen (dat wel). Kussen van de rondemiss. Op de foto met winnaar John (de nummer twee was al weg, dat heb je met veteranen). Toegezongen door Willy! Nog maar een Erdinger om het te vieren. En nog eentje om de ontroering weg te slikken. Op de foto met de fans. Kom maar door met die Erdinger! Elleboog gekneusd op weg naar de trein. Wat maakt het uit. Derde. Tranen. En nog een keer onderuit op die ellendige gele steentjes. Schemering. Dromen. Roze zon bij Assen. Hoezo, drie veteranen? Podiumplek!